Ik ben boos. Ik hoop jij ook!
“Achter boosheid zit optimisme.”
Oef. Mooie zin.
Geen bewering van mij maar van psycholoog Ad Vingerhoets, in zijn boek De Emotionele Mens.
Veel mensen, vooral vrouwen, zijn bang voor boosheid. Je afficheert ‘m als negatieve emotie. Maar dat is onterecht.
Wie boos wordt, denkt iets voor elkaar te krijgen, anders heeft boosheid geen zin, aldus Vingerhoets.
Raak! Boosheid is een waakvlam die ineens aan gaat.
Vuur. Actie. Levenslust!
Want: wat raakt je? Waarover word jij boos? En wat zegt dat over jou en wat jij echt vindt?
Boosheid leert je ook je integriteit onder ogen te zien. Waar liet je die liggen? Waar liet je je grenzen overschrijden? Waar heb je gezwegen waar je had moeten spreken? Als je dat helder kunt zien kun je de optimistische kant van boosheid oppakken. Van de nee een ja maken.
Maar er echt iets mee doen is een subtiel spel dat je dan dient te spelen.
Inderdaad. Aan korte lontjes hebben we niets, die branden ook zo op. En onderdrukken heeft al helemaal geen zin. Dat wordt helemaal een vulkaan als die losbarst. En als je iets maar lang genoeg onderdrukt, keert de boosheid zich tegen je. Met cynisme tot gevolg.
Waar ben je boos over? Waar zit het vuur? En welke actie komt voort uit jouw vuur? Waar zit de levenslust onder dat vuur?
Leren omgaan met je emoties is essentieel. Dat geldt niet alleen voor boosheid. Voel ze EN laat je ratio, je daadkracht er iets mee doen.
Schrijf erover. Spreek je uit. Niet van dat lauwe sociaal gewenste gedoe. Vuur is warm, heet en kan anderen aansteken. Voel je aangesproken over wat je ziet en hoort. Laat je raken. Steek je handen voor iets in het vuur. En voel dat vuur.
Want inderdaad: dat zegt iets over jou en waar je voor staat.
Voor je het weet heb je de fakkel overgedragen en je vuur bij een ander aangestoken en ben je een boze optimist!
Hoe mooi is dat?