Weet wat je doet. Weet wat je zegt. Weet wat je verspreidt.

Op kerstavond ging de bel. Er stond een man voor de deur. Verfomfaaid. Ongeschoren. Zijn overhemd was verkreukt, zijn haar ongewassen.

Ik was acht, mijn broertje zes. We hoorden mijn vader de deur open doen en wij gingen kijken. 

De man kende mijn vader. Hij was een client van de Sociale Dienst. Mijn vader was hoofd van de Sociale Dienst en ons telefoonnummer en adres stonden toen gewoon in het telefoonboek. We werden thuis wel eens gebeld door cliënten die dan vroegen om geld of mijn vader wilden spreken. Dat was OK, we leerden de telefoon gewoon door te geven aan mijn vader en die stond de mensen gewoon te woord.

Maar zo direct bij ons aan de voordeur hadden we nog geen cliënten gezien. De man begon te huilen. Hij had geen geld, zei hij en wist niet wat hij moest doen. Mijn vader luisterde, kalmeerde hem en beloofde: ‘Kom direct na kerst bij mij langs op kantoor, dan kijken we wat we kunnen doen’.

Mijn broertje en ik vonden dat zielig en een antwoord van niks. Mijn moeder zei: ‘Zal ik anders niet even zijn overhemden strijken?’. Maar daar wilde mijn vader niets van weten. Na kerst mocht de man langskomen. En dat was OK.

Na kerst ontving mijn vader de man bij hem op kantoor. Het gesprek eindigde met een bedreiging en een kopje naar het hoofd van mijn vader. 

Dit was de realiteit waarin wij opgroeiden, in de jaren tachtig. Een tijd met veel werkloosheid. Massa’s mensen zonder werk die het moeilijk hadden. Soms kregen we scheldtelefoontjes met de opmerking waarom mijn moeder een baan had want ze was tenslotte geen kostwinner. Ze nam de plek in van iemand die geen werk had, en mijn vader had toch een baan?

Mijn vader worstelde in die tijd met de wetgeving waar hij zich als ambtenaar aan te houden had. Ik hoorde hem mopperen op landelijke politici die dit bedacht hadden. Alle namen uit die tijd ken ik nog 🙂

De cliënten die blij met hem waren stonden soms ook voor de deur. Met dozen sinaasappels uit Marokko of een zelfgemaakt tafeltje. Maar alles moest altijd terug naar kantoor en daar verdeeld worden want je hoort geen geschenken aan te nemen als ambtenaar, leerde mijn vader ons. Zelfs geen sinaasappel. Als kind vonden we dat maar wat jammer! Mijn vader was streng in de leer. 

Op een dag liepen er twee mannen rond ons huis. We vroegen ons af wat ze daar deden. Mijn vader herkende hen en ging erop af. Het waren dezelfde mannen die hem een paar dagen daarvoor hadden gedreigd ‘de boel in de fik te steken’. De politie kwam eraan te pas en de boel werd gesust. Mijn vader bleef altijd kalm. Hij oefende zijn werk uit. Hij zag het als zijn taak te zorgen dat zij die niet konden werken een uitkering kregen maar was zeker ook streng als iemand zich niet aan de regels hield. Veel werk was er in die tijd niet en dat leidde soms tot heftige situaties. Nachtelijke telefoontjes waardoor ons telefoonnummer toch maar uit het telefoonboek werd gehaald.

Het werk deed hem iets want na het werk vertelde hij verhalen waar hij vol van zat, soms schrijnende situaties, soms mooie successen. En over ook de frustratie die hij zelf voelde als hij niet veel kon doen. Met altijd de boodschap: zorg financieel goed voor jezelf. Zorg dat je het op orde hebt, ga sparen want je weet nooit in welke situatie je terecht kunt komen door stomme pech. Hij vertelde veel over wat er gebeurde maar ook over de muren waar hij zelf tegenaan liep bij besluiten en de spagaat die hij voelde. En toch vond hij dat hij het mooiste werk van de wereld had.

Als kind maakte dit alles diepe indruk op mij. Wie denkt dat bedreigingen alleen van deze tijd zijn, heeft het mis. Het doet me nog altijd iets als ambtenaren, zorgpersoneel, journalisten, advocaten of andere beroepsgroepen vanwege hun werk bedreigd, bespuugd of tijdens het werk of thuis lastig gevallen worden, ja, ook als dat politici overkomt. Het maakt me boos en verdrietig. Ja, er is wanhoop en er is onrecht maar dat rechtvaardigt nooit het dreigen met geweld. En al helemaal niet het toepassen van fysiek geweld. Je blijft van elkaar af. Punt.

En weet ook wat je zegt als je dreigende taal bezigt of haat verspreidt of dat nu is via video’s of je eigen posts. Openlijk of juist door onrespectvol of heel subtiel taalgebruik, want ook dat heeft effect en is sluipend gif. Wees je daarvan bewust. Zeker nu dat zo gemakkelijk is door social media en zeker nu we overal onze mening kunnen uiten. Ook al is het uit soms begrijpelijke frustratie. 

Weet wat je doet. Weet wat je zegt. Weet wat je verspreidt.

Ik wens je een fijne kerst!

Zin in meer frisse verhalen met nadenkvragen over verlangen, kiezen, durven, doen? Zodat jij krachtige keuzes maakt en leeft en werkt op jouw voorwaarden? Meld je aan en ontvang voortaan mijn blogs, podcasts en video’s. Door je aan te melden geef je toestemming je gegevens te verwerken zoals beschreven in het privacy statement.

dit veld niet invullen s.v.p.