Wraak op de gymleraar

‘Ga jij maar helpen’ zegt de gymleraar en hij wijst naar de bok waar mijn klasgenoten overheen moeten springen.

Het helpen bestaat eruit dat ik elk meisje ondersteun zodat ze veilig over de bok springt. Er is tenslotte op dat moment weinig eer te behalen aan mijn eigen sportstrapatsen. 

De ringen. De bok. De springplank. Voor mij als 14-jarige voelen ze als onneembare vestingen. Zelfs zuchtend en steunend kom ik er niet overheen. En hoe doe je in godsnaam je benen door die ringen?!

Prima oplossing toch: ‘ga jij maar helpen’. Klaar. Over. Uit. Probleem opgelost. Maar voor wie? Is het bedoeld om mij als 14-jarige te ‘beschermen’ tegen openlijk gepruts? Maar waarom? Ik leer er niets van. Sterker nog, vanaf dat moment prent ik mezelf in: ik ben niet sportief. Ik hoor aan de zijlijn. Vooral niet de boel ophouden. 

Het blijft lang de eerste gedachte als ik fysiek word uitgedaagd.

Kan ik niet. Niet aan beginnen. Dit is niet voor jou. 

Na mijn middelbare schooltijd haal ik de rode band met zwarte slip bij TaeKwondo. Klim ik met de fiets in de bergen. Fiets ik 1000 kilometers door Noorwegen. Doe ik aan zumba. Squashen. Wandeltochten. Schaatsen op de Weissensee. Zwemmen. Krachttraining. Racefietsen. En loop ik de Singelloop in Breda. Maar nog heel lang blijft die ene gedachte hangen: 

Ik. Ben. Niet. Sportief. Ik. Kan. Dat. Niet. 

Zo werkt dat dus met één enkele uitspraak die je opeet alsof het een taartje is. Alle uitspraken daarna slik je voor zoete koek. 

(Ja, let op met welke boodschap jij je kinderen opvoedt, ook als je zegt dat ze álles kunnen, maar dat terzijde).

Maar die tijd is voorbij. Allang voorbij. Een enkele zin die je ooit hoorde hoef je niet te geloven. Je hebt namelijk een keuze. Je bent tenslotte geen 14 meer. Lang leve de volwassen keuzes. Iets dat je als 14-jarige hoort, hoef je op je 55e niet meer voor waar aan te nemen.

Die keuze heb je namelijk altijd. 

Dus ondanks dat mijn hoofd soms nog één seconde zegt: dat kan jij niet, kiest de volwassen versie: probeer het maar. Want uiteindelijk gaat het om: doen en proberen. Beginnen. In beweging komen. Op eigen wijze.

Ha, de ultieme wraak op de gymleraar!

Wat prentte jij jezelf in? Wat kon je niet, mocht je niet en deed je dan ook niet, tot op de dag van vandaag?

Ja, natuurlijk je gelooft van alles. Fijn voor je, maar daag die gedachten eens uit en ga het nu maar eens doen. Die eerste stap. Proberen. Aan de slag. Met hulp als dat helpt. Hup!

Draai je denken een loer. Het is de ultieme wraak op degene die ooit zei dat je iets niet kon.

Over mijn ‘sportcarrière’ (ahum) maakte ik in 2019 een podcast: Killerbody. Voor jou als je denkt dat je iets niet kan. Het is je ultieme schop onder je kont. Klik hier of check je podcast app (o.a Spotify en Podimo): Krachtige Keuzes met Nicole – aflevering: Killerbody.